2B English Class Unit 1 GRAMMAR Recap

Rachid likes freerunning. 

Deze zin staat in de Present Simple (tegenwoordige tijd) 

He .... not want to go to the movies. 

Als een werkwoord op een -o of op een s-klank eindigt, plak je er bij he, she en it ....

Mike always ....... the game.

My parents ....... in a two-bedroom apartment.

In de tegenwoordige tijd maak je vragen met ....?

Alleen bij he/ she of it gebruik je does 

..... he go to school every day? 

Do they run every day? 

De juiste vertaling van deze zin is: Lopen zij elke dag hard? 

Als je een zin ontkennend wil maken in het Engels zet je ..... of ...... voor het hele werkwoord 

In ontkennende zinnen zet je don't of doesn't voor het hele werkwoord. 

Voorbeeld: She doesn't like potatoes. 

Wat is het hele werkwoord in de zin hierboven?

Robert .... not go to my school 

You always eat all the pancakes. That .... very nice of you!

Those two girls look almost the same! - That's because they ..... twins. 

I have got a pen.

I've got a pen. Dit is de juiste verkorte versie van de zin hierboven.