placeholder image to represent content

2VM B2 spelling 1 t/m 4

Quiz by Muilenburg, Martine

Our brand new solo games combine with your quiz, on the same screen

Correct quiz answers unlock more play!

New Quizalize solo game modes
20 questions
Show answers
  • Q1
    Wat is de v.t. van 'jij fluistert'?
    jij fluisterde
    30s
  • Q2
    Wat is de v.t. van 'hij kust'?
    hij kuste
    30s
  • Q3
    Wat is de v.t. van 'zij babbelt'?
    zij babbelde
    30s
  • Q4
    Wat is de v.t. van 'ik hap'?
    ik hapte
    30s
  • Q5
    Wat is de v.t. van 'wij klagen'?
    wij klaagden
    30s
  • Q6
    Wat is de v.t. van 'wij kussen'
    wij kusten
    30s
  • Q7
    Wat is de v.t. van 'wij babbelen'
    wij babbelden
    30s
  • Q8
    Wat is de v.t. van 'wij happen'?
    wij hapten
    30s
  • Q9
    Wat is de v.t. van 'wij fluisteren'?
    wij fluisterden
    30s
  • Q10
    Wat is de v.t. van 'beloven'?
    beloofden
    30s
  • Q11
    Wat is de v.t. van 'durven'?
    durfden
    30s
  • Q12
    Wat is de v.t. van 'verwaarlozen'?
    verwaarloosden
    30s
  • Q13
    Wat is de v.t. van peinzen?
    peinsden
    30s
  • Q14
    Wat is de v.t. van 'keffen'?
    keften
    30s
  • Q15
    Wat is de stam van 'straffen'?
    straff
    30s

Teachers give this quiz to your class