Quizalize logo
placeholder image to represent content

De Romeinen

Quiz by Martin Visser

Feel free to use or edit a copy

includes Teacher and Student dashboards

Measure skills
from any curriculum

Tag the questions with any skills you have. Your dashboard will track each student's mastery of each skill.

With a free account, teachers can
  • edit the questions
  • save a copy for later
  • start a class game
  • automatically assign follow-up activities based on students’ scores
  • assign as homework
  • share a link with colleagues
  • print as a bubble sheet

Our brand new solo games combine with your quiz, on the same screen

Correct quiz answers unlock more play!

New Quizalize solo game modes
51 questions
Show answers
  • Q1
    Waar komt het woord keizer vandaan?
    Het komt van het Duitse Kaiser.
    Het is afgeleid van de naam Caesar.
    Het is een Romeinse variant op tiran.
    Het is afgeleid van woord macht in het Latijns.
    30s
  • Q2
    Waaraan zag je in Gallië terug dat men daar was geromaniseerd?
    De Romeinen namen Keltische goden over en lieten hen tempels bouwen in Rome.
    Romeinse tempels werden vernield en de Romeinen wezen hun eigen stamhoofden aan.
    De Romeinen beschermden de Gallische dorpjes en wezen stamhoofden aan als senatoren.
    Er werden aquaducten gebouwd en men nam Romeinse namen aan.
    30s
  • Q3
    Wat is de juiste volgorde van de ontwikkeling van de Romeinse staatsinrichting?
    democratie - republiek - monarchie
    keizerrijk - republiek - monarchie
    republiek - koninkrijk - keizerrijk
    monarchie - republiek - keizerrijk
    30s
  • Q4
    Wat is de betekenis die de de zoon van Caesar aannam als keizer: Augustus?
    Verhevene
    30s
  • Q5
    Waarom werd Brutus geïnspireerd door zijn naamgenoot, vele eeuwen terug?
    De eerdere Brutus hielp de laatste koning, en zo ook hielp hij Caesar met zijn veroveringen.
    De eerdere Brutus verjaagde de laatste koning, en zo ook zou hij Caesar verjagen tot buiten het Romeinse rijk.
    De eerdere Brutus greep de macht als tiran, en zo ook zou Brutus zich laten verkiezen als consul.
    De eerdere Brutus verjaagde de laatste koning, en zo ook zou hij een einde maken aan Caesar´s macht.
    30s
  • Q6
    Hoe zorgde men dat de consuls binnen de Romeinse republiek niet al te machtig werden?
    Door evenveel consuls als senatoren aan te wijzen.
    Door er tien te benoemen die elkaar om de macht op leven en dood bevochten.
    Door er twee te benoemen voor telkens maar een jaar.
    Door er een te benoemen die oneindig aan de macht kon blijven.
    30s
  • Q7
    Wat is de letterlijke betekenis van het woord republiek?
    De macht van het volk.
    De gezamenlijke zaak.
    De zaak van de keizer.
    De burgerlijke doeleinden.
    30s
  • Q8
    Wat is de juiste volgorde van de onderstaande gebeurtenissen?
    De stichting van de stad Rome - Gallië veroverd door de Romeinen - Moord op Caesar
    De stichting van de stad Rome - Moord op Caesar - Gallië veroverd door de Romeinen
    Moord op Caesar - Gallië veroverd door de Romeinen - De stichting van de Stad Rome
    30s
  • Q9
    Wie vermoorden Julius Caesar
    Constantijn en de hogepriester van Jupiter.
    Enkele senatoren en Brutus.
    Enkele Galliërs en senatoren.
    Zijn mede-consul en Marcus Antonius.
    30s
  • Q10
    Met welk onderdeel van de Atheense democratie kun je de moord op Caesar vergelijken?
    Het schervengericht.
    Het stemmen door de handen op te steken.
    Het bijeenkomen op de agora.
    De volksvergadering.
    30s
  • Q11
    Met welke slimmigheid probeerde Augustus de fouten van zijn adoptievader te voorkomen?
    Door de hoofdstad van het Romeinse rijk te verplaatsen naar Gallië en geen oorlog meer te voeren.
    Door rekening te houden met de wensen van de senaat en zich geen koning te laten noemen.
    Door geen macht meer uit te oefenen en uit het Romeinse rijk te vertrekken.
    Door alleen naar het volk te luisteren en hem hem koning te laten noemen.
    30s
  • Q12
    Welk verschijnsel herken je op deze afbeelding?
    Question Image
    Romanisering
    30s
  • Q13
    Van wanneer tot wanneer loopt het tijdvak van Grieken en Romeinen?
    Van 5000 voor Christus tot 300 na Christus.
    Van 48 voor Christus tot 500 na Christus.
    Van 3000 voor Christus tot 500 na Christus.
    Van 10.000 voor Christus tot 500 na Christus.
    30s
  • Q14
    Hoe noemen we de tijdsperiode die naadloos past bij het tijdvak van Grieken en Romeinen?
    Prehistorie
    Oudheid
    Nieuwe tijd
    Middeleeuwen
    30s
  • Q15
    Waarom noemen we 'het tijdvak van Grieken en Romeinen' eigenlijk niet 'het tijdvak van Galliërs en Perzen'?
    Omdat de cultuur en uitvindingen van de Grieken en Romeinen nu nog veel invloed op ons uitoefenen.
    Omdat de Galliërs en Perzen als volk in dit tijdvak helemaal niet bestonden.
    Omdat de Galliërs en Perzen helemaal geen bijzondere cultuur hadden in dit tijdvak.
    Omdat de Grieken en Romeinen op alle vlakken superieur waren aan de Galliërs en Perzen.
    30s

Teachers give this quiz to your class