Herhaling p 1 t/m 3
Quiz by Holger Baur
Feel free to use or edit a copy
includes Teacher and Student dashboards
Measure skillsfrom any curriculum
Measure skills
from any curriculum
Tag the questions with any skills you have. Your dashboard will track each student's mastery of each skill.
With a free account, teachers can
- edit the questions
- save a copy for later
- start a class game
- automatically assign follow-up activities based on students’ scores
- assign as homework
- share a link with colleagues
- print as a bubble sheet
8 questions
Show answers
- Q1Welke uitgang van een werkwoord is bij wollen, müssen,....anders dan bij een regelmatig werkwoord3e persoon ev1e mv1e ev2e ev30s
- Q2Willen 2e persoon evDu wollstDu willstDu wollstDu willts30s
- Q33e persoon ev möchtenDu möchtesie möchtetsie möchtentsie möchte30s
- Q4Met welke persoon vervoeg je de persoon "man"2e ev3e mv1e ev3e ev30s
- Q5Hoe vertaal je: je wilt graagDu möchtstDu mochtestDu willstDu möchtest30s
- Q6Bij de geb. wijs ev bepaalt de klinker van de jij-vorm wat er gebeurtNiet waar - het is de ik-vormNiet waar-het is de hij-vormWaar30s
- Q7De geb.wijs meervoud is gelijk aan de jullie vormWaarNiet waar30s
- Q8Vertaal: wees stilSei stillSeine stillSeien stillSeine du still30s