Hfd.4 §1 Op weg naar een duurzame wereld (deel A)

Milieu waarin een bep. diersoort gewoonlijk leeft.

Onze leefomgeving; belangrijke elementen zijn water, lucht en bodem.

Leer van de levensverschijnselen, studie van de plant- en dierkunde

Reeks van organismen waarin elk organisme tot voedsel dient voor het volgende in de reeks.

Voorzien in eigen behoeften zonder dat het milieu belast wordt en zonder dat grondstoffen uitgeput raken zodat de aarde leefbaar blijft voor de toekomst.

Een economie waarin veel grondstoffen worden hergebruikt en er weinig afval overblijft.

Rekening houdend met wat kan gebeuren.

Weinig aan slijtage of bederf onderhevig.

Ruw materiaal dat nog bewerkt moet worden tot producten waar je iets aan hebt.

Datgene waarvan iets vervaardigd kan worden.

Elektriciteit die wordt opgewekt door gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen.

Energie uit energiebronnen die niet opraken.

De verwachte ontwikkeling van de bevolking in de toekomst.

Een voorspelling.

Getal dat het aantal inwoners per km2 aangeeft.

De mate van verspreiding van bevolking over een land.

Ruw materiaal dat nog bewerkt moet worden tot producten waar je iets aan hebt.

Grondstoffen die niet opraken en die weer aangevuld kunnen worden, bijvoorbeeld hout.

Producten uit de natuur die mensen goed kunnen gebruiken.

Landbouw met een hoge opbrengst per hectare of per dier.

kracht/invloed hebben.

De goederen en diensten die iemand koopt.

Een manier van landbouw en veeteelt waarbij veel techniek wordt gebruikt.

Het vermogen van de aarde om alle mensen te kunnen laten leven/wonen.

Producten uit de natuur die mensen goed kunnen gebruiken.

Er wordt in een huis net zoveel energie verbruikt als dat er wordt opgewekt.

De ruimte die een persoon nodig heeft om zijn leven te kunnen leiden.

Producten kunnen na gebruik worden hergebruikt in een nieuw product of kunnen als grondstof dienen.