Klas 2: Wiederholung Grammatik- deutsch.com
Quiz by mmdevries
Feel free to use or edit a copy
includes Teacher and Student dashboards
Measure skillsfrom any curriculum
Measure skills
from any curriculum
Tag the questions with any skills you have. Your dashboard will track each student's mastery of each skill.
With a free account, teachers can
- edit the questions
- save a copy for later
- start a class game
- automatically assign follow-up activities based on students’ scores
- assign as homework
- share a link with colleagues
- print as a bubble sheet
19 questions
Show answers
- Q1Was ist die Hauptstadt von Deutschland?BerlinBerlinHannoverMünchen30s
- Q2Hoe vertaal je het woordje: ''op'' maandaganamamauf30s
- Q3Hoe vertaal je het woordje ''om'' twee uuramanumum30s
- Q4Hoe vertaal je het woord ''uur'' in ; het is 2 uurStundeUhrUrhUhr30s
- Q5hoe vertaal je: ''het is''Es istest istEs istEst is30s
- Q6Vertaal; 15fünfzehnfunfzehnfünftsehnfünfzehn30s
- Q7wat betekent het lidwoord ''der''eenmijndehet30s
- Q8hoe vervoeg je; ik hebich binich hatich hastich habe30s
- Q9hoe vervoeg je; jij bentdu bintich bindu istdu bist30s
- Q10hoe vertaal je; het meisjedas Madshendas Mädchendie Mätchendie Madchen30s
- Q11welk ezelsbruggetje gebruik je bij; regelmatige werkwoorden?regelmatige werkwoorden moet je lerengeen regelFeesttenten30s
- Q12het werkwoord haben, is dat regelmatig of onregelmatigregelmatigonregelmatighaben is geen werkwoord30s
- Q13Welke woordsoort krijgt altijd een hoofdletter?bijvoeglijke naamwoordenZelfstandige naamwoordenwerkwoordenpersoonsvormen30s
- Q14hoeveel lidwoorden kent de Duitse taal?463230s
- Q15is het werkwoord; sein. Regelmatig of onregelmatigonregelmatigregelmatigsein is geen werkwoordsein bestaat niet30s