placeholder image to represent content

Nederlands Spelling I

Quiz by K. Popping

Our brand new solo games combine with your quiz, on the same screen

Correct quiz answers unlock more play!

New Quizalize solo game modes
10 questions
Show answers
  • Q1
    De man (branden) zijn vinger aan de hete pan.
    gebrand
    brandt
    brande
    brand
    30s
  • Q2
    (Branden) jij ook wel eens je vingers?
    Brandt
    Brande
    Brand
    Gebrande
    30s
  • Q3
    De man heeft lang over zijn beslissing (twijfelen)
    getwijvelt
    getwijfeldt
    getwijfeld
    getwijfelt
    30s
  • Q4
    Gisteren (bloeden) hij hevig na zijn val.
    bloedt
    bloedden
    bloedde
    bloede
    30s
  • Q5
    Zij heeft haar huis alweer (verven)
    gevervd
    gevervt
    geverft
    geverfd
    30s
  • Q6
    Nu is het goed, maar waarom (haten) jij hem?
    haten
    haatte
    hate
    haat
    30s
  • Q7
    Waarom (verbeelden) je zus zich zoveel?
    verbeelde
    verbeeld
    verbeeldt
    verbeeldden
    30s
  • Q8
    (Melden) dat meteen bij de directeur.
    Melde
    Melt
    Meldt
    Meld
    30s
  • Q9
    Hij is jaren door deze trainer (begeleiden)
    begleden
    begeleidt
    begeleit
    begeleid
    30s
  • Q10
    Waarom werd jij door die man (volgen)?
    gevolgen
    gevolgd
    gevolgdt
    gevolgt
    30s

Teachers give this quiz to your class