Perfectum (Nederlands)
Quiz by Isabelle Debouge
Feel free to use or edit a copy
includes Teacher and Student dashboards
Measure skillsfrom any curriculum
Measure skills
from any curriculum
Tag the questions with any skills you have. Your dashboard will track each student's mastery of each skill.
With a free account, teachers can
- edit the questions
- save a copy for later
- start a class game
- automatically assign follow-up activities based on students’ scores
- assign as homework
- share a link with colleagues
- print as a bubble sheet
10 questions
Show answers
- Q1Vul het participium in: Ik heb gisteren soep (koken).gekookdgekookt30s
- Q2Vul het participium in: Zij hebben gisteren de hele nacht (dansen).gedansdgedanst30s
- Q3Vul het participium in: Ik heb daarnet mijn collega (bellen).gebeltgebeld30s
- Q4Vul het participium in: De cursisten hebben de hele nacht (studeren).gestudeerdgestudeert30s
- Q5Vul het participium in: Ik heb het bord (afdrogen).geafdroogdgeafdroogtafgedroogdafgedroogt30s
- Q6De kinderen hebben hun kamer (opruimen).geopruimdopgeruimdgeopruimtopgeruimt30s
- Q7Vul het participium in: Ik heb met de kaart (betalen).gebetaaldbetaaldbetaaltgebetaalt30s
- Q8Heb jij tijdens de pauze koffie (drinken)?gedronkengedronktgedrinkengedrinkt30s
- Q9Vul het participium in: Ik heb de hele dag (werken).gewerkdgewerkt30s
- Q10Vul het participium in: Ik heb naar de televisie (kijken).gekijkdgekekengekijktgekijken30s