Prendre, apprendre, comprendre in de passé composé
Quiz by Blok, S.J.A.
Feel free to use or edit a copy
includes Teacher and Student dashboards
Measure skillsfrom any curriculum
Tag the questions with any skills you have. Your dashboard will track each student's mastery of each skill.
- edit the questions
- save a copy for later
- start a class game
- automatically assign follow-up activities based on students’ scores
- assign as homework
- share a link with colleagues
- print as a bubble sheet
- Q1
De passé composé bestaat altijd uit.....
1 werkwoord
2 werkwoorden
3 werkwoorden
30s - Q2
Wat zijn de twee stappen om de passé composé te vormen.
Je hoeft alleen het voltooid deelwoord in te vullen
Stap 1: de juiste vervoeging van avoir. Stap 2: Het voltooid deelwoord
Stap 1: -re van het werkwoord. Stap 2: Het voltooid deelwoord
30s - Q3
Wat is het voltooid deelwoord van prendre
Prendré
prendu
Pris
30s - Q4
Wat is het voltooid deelwoord van apprendre
apprendu
Apprendré
Appris
30s - Q5
Wat is het voltooid deelwoord van comprendre
comprendu
Comprendré
Compris
30s - Q6
Maak een passé composé. J' (comprendre).
J'avoir compris
Je compris
J'ai compris
30s - Q7
Maak een passé composé. Tu (apprendre)
Tu avoir appris
Tu appris
Tu as appris
30s - Q8
Maak een passé composé. ils (prendre)
Ils ont pris
Ils avoir pris
Ils pris
30s