Toets periode 3
Quiz by Marjolein Mantelaers
Feel free to use or edit a copy
includes Teacher and Student dashboards
Measure skillsfrom any curriculum
Measure skills
from any curriculum
Tag the questions with any skills you have. Your dashboard will track each student's mastery of each skill.
With a free account, teachers can
- edit the questions
- save a copy for later
- start a class game
- automatically assign follow-up activities based on students’ scores
- assign as homework
- share a link with colleagues
- print as a bubble sheet
16 questions
Show answers
- Q1Wat is een feit?Iets wat je kunt controlerenIets wat je niet kunt controlerenIets wat wetenschappelijk bewezen isIets wat iemand vindt30s
- Q2Hoe herken je een voorbeeld?Aan een voegwoordAan een koppelwoordAan een signaalwoordAan een naamwoord30s
- Q3Wat klopt niet? Een vast voorzetsel komt voor bij:een zelfstandig naamwoord + werkwoordeen bezittelijk voornaamwoord + werkwoordeen bijvoeglijk naamwoord + werkwoordeen werkwoord30s
- Q4Wat gebeurt er met de betekenis van een werkwoord bij een vast voorzetsel?Verandert van betekenisNiksBlijft gelijkVerdwijnt30s
- Q5Wat is een meningIets wat je kunt controlerenIets wat iemand niet vindtIets wat wetenschappelijk bewezen isIets wat iemand vindt30s
- Q6Een voorzetseluitdrukking iseen vaste combinatie van woorden met een voorzetseleen woordtwee woordeneen wisselende combinatie van woorden met een voorzetsel30s
- Q7Door hoeveel woorden kan je een voorzetseluitdrukking vervangen?TweeVierEenDrie30s
- Q8Wat is een argument?Daarmee leg je uit waarom iets jouw mening isOnderdeel van een feitHet is tegenbewijsDaarmee bewijs je jouw mening30s
- Q9Aan welke signaalwoord herken je een argument niet?namelijkomdathoezowant30s
- Q10Wat is de voorzetseluitdrukking?: Nadia maakt haar wiskunde met behulp van een geodriehoekmaakt haarwiskunde metbehulp van een geodriehoekmet behulp van30s
- Q11Wat is de voorzetseluitdrukking: Voor de toets begint, wijs ik jullie op de regels met betrekking tot spiekentot spiekenwijs ik jullievoor de toetsmet betrekking tot30s
- Q12Wat is de voorzetseluitdrukking?: Opa en oma geven een feest ter gelegenheid van hun gouden huwelijkter gelegenheid vanopa en omavan hun goudengeven een feest30s
- Q13Wat betekent slagzinslogan, leusreutatiewensendistrict30s
- Q14Wat betekent districtnaamwerkgebiedgespektwensen30s
- Q15Wat betekent uitgeloofdingezetwerkgebiedaangeboden, uitgereiktgeleid30s