placeholder image to represent content

Verkeer-oefenexamen-1b

Quiz by Jiska 't Mannetje

Our brand new solo games combine with your quiz, on the same screen

Correct quiz answers unlock more play!

New Quizalize solo game modes
15 questions
Show answers
  • Q1
    Lotte wil linksaf het pad opgaan. Kan zij nu veilig voorsorteren naar het midden van de weg?
    Question Image
    ja
    nee
    30s
  • Q2
    Wie nemen hun bagage veilig mee?
    Question Image
    Jasper en Lotte
    Jasper en Tess
    allemaal
    Melanie en Jasper
    30s
  • Q3
    De kinderen zijn bij een (woon)erf. Welke regels gelden?
    Question Image
    Op een erf moeten auto's aan de kant gaan, dus de kinderen kunnen overal spelen.
    De kinderen mogen overal spelen, als ze anderen maar niet hinderen.
    Op een erf gelden dezelfde regels als buiten het erf.
    30s
  • Q4
    Wie heeft hier voorrang?
    Question Image
    de fietser
    de voetgangers
    30s
  • Q5
    Wouter en Simone willen de meneer inhalen. Welke zin is waar?
    Question Image
    Wouter fietst teveel links, Simone doet het wel goed.
    Het is hier beter om NIET in te halen, omdat je door de bocht niet goed kunt zien of er verkeer aan komt.
    Wouter en Simone doen het beiden goed.
    30s
  • Q6
    Tijdens het oversteken begint het groene voetgangerslicht te knipperen. Mogen de kinderen nu nog doorlopen?
    Question Image
    nee
    ja
    30s
  • Q7
    Tuvana krijgt met Gijs en Storm te maken. Wat is waar?
    Question Image
    Ze moet voorrang krijgen van Gijs en Storm.
    Ze moet voorrang krijgen van Gijs, maar Storm voor laten gaan.
    Tuvana moet beide jongens voorrang geven.
    30s
  • Q8
    Damian komt bij het zebrapad. Twee voetgangers van rechts willen daar oversteken. Wat geldt nu voor Damian?
    Question Image
    Alleen als de andere fietsers stoppen, moet Damian stoppen.
    Damian moet de voetgangers voor laten gaan.
    De voetgangers zijn nog niet bij het zebrapad, dus Damian mag doorfietsen.
    30s
  • Q9
    Je ziet een winkelstraat met een verkeersbord met een onderbord. Het is 10.00 uur 's ochtends en de winkels zijn geopend. Wat is waar?
    Question Image
    Ze mogen er alle drie in. De fietser moet de fiets aan de hand nemen en de skater moet rustig skaten.
    Alleen de voetganger mag erin.
    Ze mogen er alle drie in maar de fietser moet rustig fietsen.
    30s
  • Q10
    Drie kinderen fietsen een winkelstraat in. Welke zin is waar?
    Question Image
    De kinderen fietsen ver uit elkaar en dat is juist goed, nu kan de auto niet inhalen.
    De kinderen moeten rechts gaan fietsen en achter elkaar, zodat de auto kan inhalen.
    De kinderen fietsen wel ver uit elkaar, maar dat is niet erg want de auto mag nu toch niet inhalen.
    30s
  • Q11
    Wouter-Jan krijgt op het kruispunt te maken met een auto van rechts. Moet Wouter-Jan de auto voorrang geven?
    Question Image
    nee
    ja
    30s
  • Q12
    Wouter wil linksaf. Hoe doet hij dat veilig?  Kies het juiste rijtje.
    Question Image
    Hand uitsteken Omkijken Opletten of iedereen achter hem gestopt is Ruime bocht naar links maken
    Omkijken, iedereen die met hem op dezelfde weg is, voor laten gaan, hand uitsteken, ruime bocht naar links maken.
    Voorsorteren naar het midden van de weg Hand uitsteken Omkijken Kleine bocht naar links maken
    30s
  • Q13
    Rivke en Wouter-Jan komen bij een kruispunt. Er staan borden. Wat geldt nu voor Rivke en Wouter-Jan?
    Question Image
    Ze moeten voorrang geven, erna moeten ze rechtsaf.
    Ze moeten voorrang geven. Erna mogen ze links of rechts afslaan.
    Ze moeten voorrang krijgen en moeten erna rechtsaf.
    30s
  • Q14
    De fietsers komen bij een verkeerslicht met een onderbord. Tuvana wil rechtdoor, Damian wil rechtsaf. Wat is waar?
    Question Image
    Tuvana en Damian moeten beiden stoppen.
    Tuvana en Damian moeten beiden verder fietsen.
    Tuvana moet stoppen, Damian mag verder fietsen.
    30s
  • Q15
    Tuvana komt bij het verkeerslicht. Het gele licht brandt. Wat is waar?
    Question Image
    Tuvana heeft genoeg snelheid en kan nog achter de jongens aan fietsen.
    Tuvana moet even goed uitkijken en kan dan achter de jongens aanfietsen.
    Tuvana kan nog stoppen dus moet stoppen. Zo meteen gaan de auto's van links rijden.
    30s

Teachers give this quiz to your class