placeholder image to represent content

Verlenging Toets 4VWO Maatschappijleer Parlementaire democratie

Quiz by David Hof

Our brand new solo games combine with your quiz, on the same screen

Correct quiz answers unlock more play!

New Quizalize solo game modes
40 questions
Show answers
  • Q1
    Welke bewering is juist?
    In een democratie zijn er elk jaar verkiezingen.
    Politiek is belangrijk omdat er beslissingen moeten worden genomen over zaken die van algemeen belang zijn.
    In Nederland is de trias politica volledig ingevoerd.
    In een democratie moet worden voorkomen dat één persoon absolute macht krijgt.
    60s
  • Q2
    In een democratie staat de politiek voor een dilemma. Namelijk die tussen efficiënt besturen en:
    het handhaven van de trias politica.
    de individuele vrijheid van burgers.
    het reduceren van de taken van de overheid.
    de maximale participatie van burgers.
    60s
  • Q3
    Nederland noemen we een representatieve democratie omdat:
    we een presidentieel stelsel hebben.
    iedere bevolkingsgroep in principe in de Tweede Kamer vertegenwoordigd wordt.
    in Nederland de regering indirect gekozen wordt.
    in Nederland vertegenwoordigers gekozen worden die stemmen over wetsvoorstellen en de regering namens het volk controleren.
    60s
  • Q4
    In een systeem van indirecte democratie:
    kiest de bevolking rechtstreeks een parlement.
    kiest de bevolking indirect een parlement.
    hebben de politici beperkte bevoegdheden.
    kiest de bevolking de regering.
    60s
  • Q5
    Welke begrippen horen bij elkaar?
    Indirecte democratie en volksvertegenwoordiging.
    Directe democratie en Tweede Kamer.
    Indirecte democratie en theocratie.
    Directe democratie en Staten-Generaal.
    60s
  • Q6
    Nederland is een constitutionele monarchie. Dat wil zeggen dat:
    Nederland een grondwet heeft waarin de absolute macht van de koning omschreven staat.
    de grondwet in Nederland door het koningshuis is opgesteld.
    Nederland een koningshuis heeft waarvan de macht beperkt wordt door de grondwet.
    Nederland een koning heeft die boven de (grond)wet staat.
    60s
  • Q7
    Past de constitutionele monarchie binnen de uitgangspunten van een democratie?
    Ja, want de politieke macht wordt ingeperkt door de grondwet.
    Nee, want in een democratie zijn alle bestuurders gekozen.
    Ja, want het volk heeft gekozen voor de monarchie en het parlement kan het ook weer afschaffen.
    Nee, want een koning heeft geen stemrecht.
    60s
  • Q8
    Onder een politieke ideologie verstaan we:
    de wetten die de sociaaleconomische verhoudingen regelen.
    alle ideeën die er in de samenleving bestaan over de menselijke relaties en de inrichting van de samenleving.
    een visie over de gewenste inrichting van de samenleving.
    de lijst met de belangrijkste standpunten van een politieke partij.
    60s
  • Q9
    Welke begrippen passen het beste bij elkaar?
    Christendemocratie en vrijemarkteconomie.
    Confessionalisme en individuele verantwoordelijkheid.
    Rechts en actieve overheid.
    Links en nivellering van inkomen.
    60s
  • Q10
    Als een ‘rechtse’ minister bedrijven strenger gaat controleren op milieuvervuiling, betekent dit dat hij:
    de belangen van het bedrijfsleven boven de belangen van de overheid stelt.
    het bedrijfsleven minder vrijheid kan geven dan hij op grond van zijn uitgangspunten waarschijnlijk zou wensen.
    de overheid een meer passieve rol geeft.
    handelt op grond van zijn ideologie.
    60s
  • Q11
    Rechtse partijen:
    vinden dat de overheid zo min mogelijk moet doen.
    willen meer investeren in duurzaamheid.
    willen de inkomensverschillen verkleinen.
    zijn voor een actieve overheid.
    60s
  • Q12
    Met het idee van ‘gespreide verantwoor­delijkheid’ bedoelen christendemocraten dat de verantwoordelijkheid:
    bij individuele burgers ligt.
    gedeeld wordt door alle politieke partijen.
    gedeeld wordt door overheid, burgers en maatschappelijk middenveld.
    bij het parlement en de regering ligt.
    60s
  • Q13
    Populistische politieke partijen:
    bestaan in Nederland en Europa pas 1990 ontstaan.
    streven naar daadkrachtige oplossingen van problemen.
    beperken zich tot economische standpunten.
    zijn voor een sterke en omvangrijke overheid.
    60s
  • Q14
    Welke partijen en begrippen passen het beste bij elkaar?
    D66 en kosmopolitisme.
    PvdA en pragmatisme.
    ChristenUnie en ecologisme.
    GroenLinks en confessionalisme.
    60s
  • Q15
    One-issuepartijen:
    richten zich op één aspect van de samenleving.
    hebben geen interesse om mee te doen aan Tweede Kamerverkiezingen.
    zijn vooral bezig met het organiseren van referenda.
    hebben geen officieel verkiezingsprogramma maar een actieprogramma.
    60s

Teachers give this quiz to your class