Voca thema 2
Quiz by Sonja van Toorn
Feel free to use or edit a copy
includes Teacher and Student dashboards
Measure skillsfrom any curriculum
Tag the questions with any skills you have. Your dashboard will track each student's mastery of each skill.
- edit the questions
- save a copy for later
- start a class game
- automatically assign follow-up activities based on students’ scores
- assign as homework
- share a link with colleagues
- print as a bubble sheet
- Q1
Wat doe je met een bezem?
Muziek luisteren.
Borden afwassen.
De wc schoonmaken.
De vloer vegen.
30s - Q2
Wat gebruik je als je de tafel wilt dekken?
Een tapijt.
Een handdoek.
Een tafelkleed
Een theedoek.
30s - Q3
Wat betekent: de vaatwasmachine inruimen?
De vaatwasmachine terugbrengen naar de winkel.
De vieze borden in de vaatwasmachine zetten.
De vaatwasmachine aanzetten.
De vaatwasmachine installeren in de keuken.
30s - Q4
Wat is een ander woord voor een kaars uit doen?
Een kaars uitzetten.
Een kaars uitblazen.
Een kaars uitsteken.
Een kaars aansteken.
30s - Q5
Waar kan je pasta in afgieten?
In een vijzel.
In een vaatwasmachine.
In een oven.
In een vergiet.
30s - Q6
Waar gebruik je een schort voor?
Om aardappelen mee te schillen.
Om aardappelen mee te stampen.
Om het aanrecht mee schoon te maken.
Om niet vies te worden als je kookt.
30s