Voorzetsels
Quiz by Petra Dooijeweerd
Feel free to use or edit a copy
includes Teacher and Student dashboards
Measure skillsfrom any curriculum
Measure skills
from any curriculum
Tag the questions with any skills you have. Your dashboard will track each student's mastery of each skill.
With a free account, teachers can
- edit the questions
- save a copy for later
- start a class game
- automatically assign follow-up activities based on students’ scores
- assign as homework
- share a link with colleagues
- print as a bubble sheet
12 questions
Show answers
- Q1De kat ligttegen de tafelonder de tafel.voor de tafelnaast de tafel30s
- Q2De bal ligtin de kastvoor de kast.achter de kasttussen de kast30s
- Q3Het kussen ligttegen het bedop bed.in bedboven het bed30s
- Q4Het schilderij hangtin de muuraan de muur.voor de muurop de muur30s
- Q5De jongen staattegen de boomnaast de boomvoor de boomachter de boom.30s
- Q6De fiets staattussen de schuurbij de schuurin de schuur.tegen de schuur30s
- Q7De hond zitop de doosin de doos.over de doosnaast de doos30s
- Q8Het vliegtuig vliegtbij de wolkenover de wolkenop de wolkenboven de wolken.30s
- Q9De bal ligtin de dozentussen de dozen.naast de dozenvoor de dozen30s
- Q10De jongen leunttegen de boom.achter de boomnaast de boomvoor de boom30s
- Q11De baby zitvoor de hondachter de hondnaast de hond.op de hond30s
- Q12Het kind springtbij de doosnaast de doosover de doos.op de doos30s