Begrippen Module 1 Weer & Klimaat
Quiz by Jannie de Vries
Feel free to use or edit a copy
includes Teacher and Student dashboards
Measure skillsfrom any curriculum
Measure skills
from any curriculum
Tag the questions with any skills you have. Your dashboard will track each student's mastery of each skill.
With a free account, teachers can
- edit the questions
- save a copy for later
- start a class game
- view complete results in the Gradebook and Mastery Dashboards
- automatically assign follow-up activities based on students’ scores
- assign as homework
- share a link with colleagues
- print as a bubble sheet
Our brand new solo games combine with your quiz, on the same screen
Correct quiz answers unlock more play!
96 questions
Show answers
- Q1Wind die van de zee naar het land waait. Heet ook zeewind.aanlandige wind30sEditDelete
- Q2Wind die van het land naar de zee waait. Heet ook landwind.aflandige wind30sEditDelete
- Q3Neerslag die zich als stromend water verzamelt in beekjes, meren en rivieren en zo uiteindelijk in de zee terecht komt.afstromen30sEditDelete
- Q4Instrument om de luchtdruk te meten.barometer30sEditDelete
- Q5Het overgaan van water (vloeibare fase) in ijs (vaste fase).bevriezen30sEditDelete
- Q6Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.bewolkingsgraad30sEditDelete
- Q7De afstand van een plaats tot de evenaar weergegeven in breedtegraden.breedteligging30sEditDelete
- Q8Gassen in de atmosfeer (dampkring) die warmte vasthouden, zoals koolstofdioxide (CO2) en methaan (CH4).broeikasgassen30sEditDelete
- Q9Het overgaan van waterdamp (gasfase) in water (vloeibare fase).condenseren30sEditDelete
- Q10Een lagedrukgebied rond de 50 tot 60° N.B. en Z.B. waarbij een warmtefront en een koufront voor neerslag zorgen. Heet ook een frontale depressie.depressie30sEditDelete
- Q11Lucht die weinig waterdamp bevat.droge lucht30sEditDelete
- Q12Een klimaat waarbij minder dan ongeveer 300 mm neerslag valt per jaar. Hier horen het woestijnklimaat en het steppeklimaat bij.droog klimaat30sEditDelete
- Q13Zo met producten omgaan dat je weinig of geen schade toebrengt aan de leefomgeving (van onszelf en van toekomstige generaties).duurzaam consumeren30sEditDelete
- Q14Producten maken op een manier die weinig of geen schade toebrengt aan de leefomgeving (van onszelf en van toekomstige generaties).duurzaam produceren30sEditDelete
- Q15Bij alles wat we doen ervoor zorgen dat we weinig of geen schade toebrengen aan de leefomgeving (van onszelf en van toekomstige generaties).duurzaamheid30sEditDelete
- Q16De ruimte die we per persoon innemen op aarde, weergegeven in hectare. Het is een maat voor de duurzaamheid van een land en zijn inwoners.ecologische voetafdruk30sEditDelete
- Q17Veeteelt met weinig dieren op veel grond.extensieve veeteelt30sEditDelete
- Q18Neerslag die ontstaat bij een warmtefront en een koufront, waar warme lucht en koude lucht botsen.frontale neerslag30sEditDelete
- Q19Een klimaat waarbij het in de warmste maand warmer is dan 10°C, waarbij het in de koudste maand kouder is dan -3°C en waarbij er voldoende neerslag valt in alle maanden.gematigd landklimaat30sEditDelete
- Q20Een klimaat waarbij het in de koudste maand warmer is dan -3°C en kouder is dan 18°C, en waarbij er voldoende neerslag valt in alle maanden.gematigd zeeklimaat30sEditDelete