Blok 6 Les 2 Organisatievormen
Quiz by Sharon Mertens
Feel free to use or edit a copy
includes Teacher and Student dashboards
Measure skillsfrom any curriculum
Tag the questions with any skills you have. Your dashboard will track each student's mastery of each skill.
- edit the questions
- save a copy for later
- start a class game
- automatically assign follow-up activities based on students’ scores
- assign as homework
- share a link with colleagues
- print as a bubble sheet
- Q 1/11Score 0
Wat voor soort opstelling is dit?
29Kolomopstelling
Frontrijopstelling
Lijnopstelling
Hoefijzeropstelling
- Q1
Wat voor soort opstelling is dit?
Kolomopstelling
Frontrijopstelling
Lijnopstelling
Hoefijzeropstelling
30s - Q2
Wat voor soort opstelling is dit?
Opstelling in tweetallen
Vrije opstelling
Halvecirkel opstelling
30s - Q3
Welke soort opstelling is dit?
Visgraatopstelling
Kolomopstelling
Opstelling met tweetallen
30s - Q4
Hoe ziet een vrije opstelling eruit?
30s - Q5
Wat zijn homogene oefenstations?
Op diverse plaatsen (stations) oefenen de deelnemers verschillende vaardigheden of technieken. Het gaat dan om vaardigheden of technieken van dezelfde discipline.Op diverse plaatsen (stations) oefenen de deelnemers verschillende vaardigheden of technieken. Het gaat dan om vaardigheden of technieken van dezelfde discipline.
Op verschillende plaatsen (stations) oefenen de deelnemers dezelfde vaardigheid of techniek, het liefst op verschillende vaardigheidsniveaus. Op verschillende plaatsen (stations) oefenen de deelnemers dezelfde vaardigheid of techniek, het liefst op verschillende vaardigheidsniveaus.
30s - Q6
In jouw les freerunnen wil je een bewegingsbaan uitzetten, je weet dat niet iedere deelnemer even goed kan bewegen. Wat lijkt je de meest geschikte oplossing zodat alle deelnemers op hun eigen niveau mee kunnen doen?
Je bouwt de organisatie helemaal om
Je laat de deelnemers die niet zo goed kunnen bewegen aan de kant zitten
Je differentieërt in de organisatie door een makkelijkere bewegingsbaan uit te zetten.
Je zegt tegen de deelnemers dat ze dit toch moeten proberen
30s - Q7
Je hebt een basketbal spel bedacht waarbij de deelnemers 3 tegen 1 spelen, je merkt dat dit best makkelijk is voor de aanvallers en wil daarom 3 tegen 2 gaan spelen. Wat voor aanpassing is dit?
Je past een herhalingsvorm toe
Je past een uitbreidingsvorm toe
Je doet de basisvorm
30s - Q8
Wat is differentiëren?
Het maken van een opstelling
De les opbouwen van makkelijk naar moeilijk
Het werken op niveau
30s - Q9
Hoe kan je differentiëren op basis van inhoud?
De opdracht aanpassen
De organisatie aanpassen
Aan het einde van de les bespreken of het leerdoel behaald is
Aan het einde van de les bespreken wat er goed ging
30s - Q10
Beginsituatie betekend
De beginsituatie bestaat uit alle factoren die de start- of vertreksituatie bepalen van waaruit jij je les of training geeft
Het als lesgever willen bereiken van een gedragsverandering bij de persoon of groep die je lesgeeft
Wat er aan het begin van de les allemaal moet gebeuren
Het motorisch niveau van de groep
30s - Q11
Zet de momenten van organiseren op de juiste volgorde
Users link answersLinking30s
