placeholder image to represent content

Hoe schrijf ik een betoog?

Quiz by Sandra Splitthoff

Our brand new solo games combine with your quiz, on the same screen

Correct quiz answers unlock more play!

New Quizalize solo game modes
10 questions
Show answers
  • Q1
    Wat is je doel met het schrijven van een betoog?
    De lezer wil dat je zelf een mening vormt.
    De lezer moet je mening overnemen.
    De schrijver wil dat je verder niet nadenkt en het exact met hem eens.
    Het betoog is een leuk verhaal om te lezen en verder heeft de schrijver er geen doel mee.
    5s
  • Q2
    Uit welke onderdelen bestaat het schrijven van je betoog?
    Je betoog bestaat uit een inleiding, een kern en een afsluiting.
    inleiding, middenstuk
    inleiding en afsluiting
    middenstuk
    5s
  • Q3
    Wat moet je vooral niet vergeten te vermelden in je inleiding?
    Je moet je stelling niet vergeten te melden in de inleiding.
    Je moet niet vergeten je voor te stellen.
    Je vertelt de hele inhoud van je betoog.
    Je beschrijft de inleiding en het middenstuk.
    5s
  • Q4
    Wat is het belangrijkste doel van de inleiding van je tekst?
    Je vertelt in het kort alles over je betoog.
    De lezer alle informatie geven waarover het gaat.
    Je wil de interesse van de lezer wekken.
    Je hebt als schrijver geen doel voor ogen met de inleiding.
    5s
  • Q5
    In welke vormen mag je je afsluiting gieten?
    In een antwoord.
    In een vraag.
    In een vraag.
    Je afsluiting kan een slot of conclusie zijn.
    5s
  • Q6
    Hoe noem je de eindzin ook wel van je betoog?
    Je noemt je eindzin een uitsmijter.
    een middenstuk
    een reden
    een inleiding.
    5s
  • Q7
    Waarom moet je signaalwoorden gebruiken in je betoog?
    Je gebruikt signaalwoorden omdat het verhaal anders onmogelijk te volgen is.
    Je gebruikt signaalwoorden voor opvulling.
    Je gebruikt signaalwoorden om je tekst een duidelijke structuur te geven.
    Je gebruikt signaalwoorden omdat je tekst anders te kort wordt.
    5s
  • Q8
    Geef 5 signaalwoorden als voorbeeld.
    tegelijkertijd
    intussen, omdat
    daarna, nadat, omdat
    want, omdat, dus, en, vroeger
    5s
  • Q9
    Wat doe je voordat je je betoog gaat schrijven?
    Je verzamelt informatie over je onderwerp.
    Je schrijft je verhaal in één keer.
    Je maakt geen plannetje.
    Je gaat niet op onderzoek uit naar informatie voor je betoog.
    5s
  • Q10
    Hoe ziet je middenstuk eruit van je betoog?
    een paar voorbeelden geven
    argumenten beschrijven
    tegenargumenten geven
    In je middenstuk maak je gebruik van argumenten en tegenargumenten.
    5s

Teachers give this quiz to your class