Paragraaf 2.2
Quiz by Iva Nieuwenhuis
Feel free to use or edit a copy
includes Teacher and Student dashboards
Measure skillsfrom any curriculum
Tag the questions with any skills you have. Your dashboard will track each student's mastery of each skill.
- edit the questions
- save a copy for later
- start a class game
- automatically assign follow-up activities based on students’ scores
- assign as homework
- share a link with colleagues
- print as a bubble sheet
- Q1
Wat is het verschil tussen een klassiek grondrecht en een sociaal grondrecht?
De overheid is verplicht om sociale grondrechten te garanderen, en zij moeten zich inspannen voor klassieke grondrechten.
Een klassiek grondrecht gaat over basiszaken zoals werkgelegenheid, een sociaal grondrecht gaat over sociale zaken zoals vrijheid van meningsuiting.
Een klassiek grondrecht kan je afdwingen bij de rechter, een sociaal grondrecht niet.
45s - Q2
Volgens het legaliteitsbeginsel mag de overheid mensen verplichten om op de fiets geen koptelefoon te dragen, ook al is hier geen wet voor.
falsetrueTrue or False30s - Q3
Welke uitspraak is juist?
Volgens het principe van trias politica is de macht verdeeld over de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de controlerende macht.
Sommige grondrechten staan boven andere grondrechten.
Een rechtsstaat beschermt burgers tegen machtsmisbruik van de overheid.
45s - Q4
Welke van onderstaande grondrechten is een klassiek grondrecht?
Recht op onderwijs
Recht op werk
Recht op privacy
30s - Q5
Maak juiste combinaties.
Users link answersLinking120s