placeholder image to represent content

Werkwoordspelling tegenwoordige tijd

Quiz by Docent OVN

Our brand new solo games combine with your quiz, on the same screen

Correct quiz answers unlock more play!

New Quizalize solo game modes
18 questions
Show answers
  • Q1
    Henk (verhuizen) ……………………………… morgen naar Groningen.
    verhuist
    verhuisd
    verhuisdt
    verhuisde
    45s
  • Q2
    De leerlingen (laten) ………………………………. zich tegenwoordig vaak (afleiden) ………………………………. door hun mobieltjes.
    laten, afleiden
    lieten, afleiden
    lieten, afleidden
    laten, afleidden
    45s
  • Q3
    De goudsmit (smeden) ………………………………. de ring op dit moment om tot een ketting terwijl de klanten in de winkel (zitten) ………………………………. te (wachten) ………………………………..
    smeed, zitten, wachten
    smeedt, zitten, wachten
    smeedde, zaten, wachtten
    smedt, zit, wachten
    45s
  • Q4
    Jessica (lijden) ………………………………. nu al een paar dagen aan een hevige verkoudheid, naar buiten gaan heeft haar moeder haar (verboden) ……………………………
    lijdde, verboden
    leed, verbiedt
    lijdt, verboden
    lijd, verboden
    45s
  • Q5
    Jesse (raden) ………………………………. Miranda aan om tijdens het festival te wachten tot de bekende band (optreden) ……………………………….
    raad, optreden
    raadt, optreedt
    raat, opgetreden
    raadt, opgetreden
    45s
  • Q6
    De voorzitter (leiden) ……………………………….de vergadering.
    leid
    leidt
    leit
    leidde
    45s
  • Q7
    Zij (houden) ………………………………. elke dag goed toezicht op het schoolplein.
    houdt
    hield
    hout
    houd
    45s
  • Q8
    Het (gebeuren) ………………………………. altijd vaker dan je denkt.
    gebeurdt
    gebeurd
    gebeurde
    gebeurt
    45s
  • Q9
    Jij (werken) ………………………………. deze week zeker op zaterdagmiddag?
    werkte
    werkdt
    werkt
    werk
    45s
  • Q10
    Johanna (gamen) ………………………………. altijd met Joris op vrijdagavond.
    gamt
    gamet
    gamete
    gamed
    45s
  • Q11
    David (verbranden) ………………………………. elke zomer als hij zich niet insmeert met zonnebrandcrème.
    verbrant
    verbrand
    verbrandde
    verbrandt
    45s
  • Q12
    Vind jij het gek dat zij vanavond met mijn broertje ...............(daten)?
    dat
    datet
    date
    datete
    45s
  • Q13
    Om straks nog op tijd op school te komen (racen)................................Roy naar school.
    race
    racete
    racet
    racen
    45s
  • Q14
    De iPhone van Monica (streamen)...............................de serie.
    streamd
    streamde
    streamdt
    streamt
    45s
  • Q15
    Ilse (veranderen)............................haar haarkleur zowat elke maand.
    veranderde
    veranderdt
    veranderd
    verandert
    45s

Teachers give this quiz to your class