Quizalize logo
placeholder image to represent content

Proverbs and sayings year 3 MAVO

Quiz by Stephen Parkes

Feel free to use or edit a copy

includes Teacher and Student dashboards

Measure skills
from any curriculum

Tag the questions with any skills you have. Your dashboard will track each student's mastery of each skill.

With a free account, teachers can
  • edit the questions
  • save a copy for later
  • start a class game
  • automatically assign follow-up activities based on students’ scores
  • assign as homework
  • share a link with colleagues
  • print as a bubble sheet

Our brand new solo games combine with your quiz, on the same screen

Correct quiz answers unlock more play!

New Quizalize solo game modes
30 questions
Show answers
  • Q1
    To be in one’s element.
    Met elkaar samenwerken naar een gemeenschappelijk doel.
    De gangmaker (op een feest) zijn.
    Iets dat bijna slecht afloopt.
    Helemaal in je element zijn.
    30s
  • Q2
    To be the life and soul of the party.
    Met de (grote) menigte meedoen.
    Iets opbiechten.
    Wie niet waagt, wie niet wint.
    De gangmaker (op een feest) zijn.
    30s
  • Q3
    To join the dance.
    Het gaat meteen fout.
    Uit de band springen.
    Uit de problemen blijven.
    Met de (grote) menigte meedoen.
    30s
  • Q4
    To let one’s hair down.
    Van het ene uiterste in het andere vervallen.
    Uit de band springen.
    Als je op de kleintjes let dan word je vanzelf rijker.
    Het feest is voorbij.
    30s
  • Q5
    Party’s over!
    Het feest is voorbij.
    Iets kunnen navertellen.
    Iets dat bijna slecht afloopt.
    Ergens helemaal voor gaan.
    30s
  • Q6
    A close shave.
    Wie niet waagt, wie niet wint.
    Iets een eerlijke kans geven.
    Iets dat bijna slecht afloopt.
    Nood breekt wet.
    30s
  • Q7
    No guts, no glory.
    Het gaat meteen fout.
    Wie niet waagt, wie niet wint.
    De eindjes aan elkaar knopen.
    Dik bevriend zijn.
    30s
  • Q8
    To fall at the first hurdle.
    Met elkaar samenwerken naar een gemeenschappelijk doel.
    Je hele ziel en zaligheid in iets stoppen.
    Van het ene uiterste in het andere vervallen.
    Het gaat meteen fout.
    30s
  • Q9
    To go from one extreme to the other.
    Het komt allemaal goed.
    Iets kunnen navertellen.
    Iets opbiechten.
    Van het ene uiterste in het andere vervallen.
    30s
  • Q10
    To live to tell the tale.
    Uit de problemen blijven.
    Iets kunnen navertellen.
    Losgeslagen of gek zijn.
    Nood breekt wet.
    30s
  • Q11
    Necessity knows no law.
    Als je op de kleintjes let dan word je vanzelf rijker.
    Nood breekt wet.
    Dik bevriend zijn.
    In de problemen zitten.
    30s
  • Q12
    To be as thick as thieves.
    Met elkaar samenwerken naar een gemeenschappelijk doel.
    De kat uit de boom kijken.
    Dik bevriend zijn.
    Ergens helemaal voor gaan.
    30s
  • Q13
    To be partners in crime.
    Iets opbiechten.
    Met elkaar samenwerken naar een gemeenschappelijk doel.
    Iemand de oren van het hoofd praten.
    Iets een eerlijke kans geven.
    30s
  • Q14
    To come clean.
    Iets opbiechten.
    Uit de problemen blijven.
    Het is een druppel op een gloeiende plaat.
    De eindjes aan elkaar knopen.
    30s
  • Q15
    To keep your nose clean.
    Je hele ziel en zaligheid in iets stoppen.
    Uit de problemen blijven.
    Als je op de kleintjes let dan word je vanzelf rijker.
    Daar zul je van opknappen.
    30s

Teachers give this quiz to your class